
Astronauten
Het beroep
Astronaut zijn is een gevaarlijk beroep. er kan van alles mis gaan. Er is bijvoorbeeld een keer bij de lancering een raket ontploft. En als je met de raket bent geland ben je eerst heel lang gewichtloos geweest dus kan je een tijd lang niet lopen.
De astronauten die in een Apollo raket hebben gereisd.
naam
raket
waarheen? Wanneer?
Frank Borman
Apollo 8
Niet geland December 1968
Jim Lovell
Apollo 8 Niet geland December 1968
Bill Anders
Apollo 8
Niet geland December 1969
John Young
Apollo 10
Niet geland Mei 1969
Eugene Cernan
Apollo 10
Niet geland Mei 1969
Tom Stafford
Apollo 10
Niet geland Mei 1969
Neil Armstrong
Apollo 11
De maan Juli 1969
Buzz Aldrin
Apollo 11
De maan Juli 1969
Michael Collins
Apollo 11
Niet geland Juli 1969
Jim Lovell
Apollo 13
Niet geland April 1970
Jack Swigert
Apollo 13
Niet geland April 1970
Fred Haise
Apollo 13
Niet geland April 1970
Pete Conrad
Apollo 12
De maan November 1969
Alan Bean
Apollo 12
De maan November 1969
Dick Gordon
Apollo 12
Niet geland November 1969
Alan Shepard
Apollo 14
De maan Februari 1971
Edgar Mitchell
Apollo 14
De maan Februari 1971
Stuart Roosa
Apollo 14
Niet geland Februari 1971
David Scott
Apollo 15
De maan Juli 1971
James Irwin
Apollo 15
De maan Juli 1971
Al Worden
Apollo 15
Niet geland Juli 1971
John Young
Apollo 16
De maan April 1972
Charles Duke
Apollo 16
De maan April 1972
Ken Mattingly
Apollo 16
Niet geland April 1972
Eugene Cernan
Apollo 17
De maan December 1972
Harrison Schmitt
Apollo 17
De maan December 1972
Ronald Evans
Apollo 17
Niet geland December 1972
het Apollo project
Apollo 1
Op 27 januari 1967 werd er een test gedaan met de Apollo-1. Er brak tijdens de test een brand uit in de capsule op Cape Canaveral. De drie astronauten Virgil Grissom, Edward White en Roger Chaffee gingen dood. De oorzaak van de brand was een kortsluiting. Na de brand werden er veel wijzigingen aangebracht. De proeven gingen daarna onbemand door. Op 9 november 1976 werd de eerste Saturnus-V raket gelanceerd. Deze vlucht was een succes en werd Apollo-4 genoemd. Er is nooit een Apollo-2 en een Apollo-3 geweest. Apollo-5 en Apollo-6 waren ook proefvluchten.
Apollo 7
Op 11 oktober 1968 werd de Apollo-7 als eerste bemande Apollo-capsule gelanceerd. De bedoeling van de vlucht, die elf dagen duurde, was om de apollo-capsule te testen. Tijdens de 163 omwentelingen om de aarde werden zeven televisie uitzendingen gemaakt door de astronauten Walter Schirra, Donn Eisele en Walter Cunningham. De vlucht verliep zonder problemen.
Apollo 8
De Apollo-8 vlucht op 21 december 1968 was de eerste Apollo-vlucht die op een gigantische manier in de publiciteit kwam, omdat de Apollo-8 langs de achterkant van de maan vloog. Dat was eigenlijk toeval, want de bedoeling van de Apollo-8 was om de maanlander te testen. Maar omdat die nog niet klaar was werden er andere plannen gemaakt. De opdracht die de Apollo-8 toen kreeg was tien keer om de maan heen vliegen en dan terug naar de aarde. De astronauten Frank Borman, James Lovell en William Anders voerden deze opdracht uit. Zij zagen de maan van dichtbij en maakten er kleurenfoto's van. Ook nu kon men alles volgen via rechtstreekse televisie-uitzendingen. In de vroege ochtend van de eerste Kerstdag in 1968 sloten de astronauten de televisie- uitzending af met een stuk uit het Boek Genesis. Het was een indrukwekkende gebeurtenis: Het scheppingsverhaal, dat voorgelezen word door astronauten die om de maan draaien. Het spannendste moment van de vlucht was het ogenblik waarop een vuurstoot van de raketmotoren die de astronauten uit de baan om de maan moesten losmaken, zodat ze konden terugkeren naar de aarde. Het ging goed en ze kwamen weer veilig op aarde.
Apollo 9
De Apollo-9 zou in een baan om de aarde blijven. Hij werd gelanceerd op 3 maart 1969. De bedoeling was om de maanlander te testen. En om foto's van de aarde te maken. Hiervoor hadden de astronauten James Mcdivitt, David Scott en Russell Schweickart zeven Hasselblad-camera's bij zich. Er werden toen 3600 geslaagde opnames van de aarde gemaakt. Ook het onderzoek van de maanlander verliep zonder problemen. De Apollo-9 moest ook het rugpak van de maanwandelingen testen.
Apollo 10
De Apollo-10 was de generale repetitie voor de eerste maanlanding. De capsule werd op 18 mei 1969 gelanceerd. Terwijl de astronauten Thomas Stafford, John Young en Eugene Cerrnan om de maan draaiden, daalden zij tweemaal tot 15 km boven de maan maar ze landden niet. De echte vlucht naar de maan kon beginnen. De tijd voor de Apollo-11 was rijp...
Apollo 11
De vlucht van de Apollo-11 verliep goed. Het grootste probleem was dat het landingsterrein bezaait lag met rotsblokken. Toen Neil Armstrong dat zag schakelde hij over naar de handbediening en om 12 voor half 10 's avonds zette hij de maanlander 'Eagle' op de maan. De maanlander zou op de landingsplaats 21 uur en 36 minuten blijven staan. Toen Niel Armstrong de eerste stap op de maan zette zei hij: "That's one small step for man, one giant leap for mankind." Dat betekent "Dit is een kleine stap voor een mens, maar een enorme sprong voor de mensheid." Armstrong en de andere astronaut Aldrin plaatsten de Amerikaanse vlag op de maan. Ze deden ook nog wat onderzoekjes. Het doel van de vlucht was in de eerste plaats om te laten zien waar de Verenigde Staten toe in staat waren. Dat doel was bereikt.
Apollo 12
In november 1969 werd een tweede maanlanding uitgevoerd, de Apollo-12. Tot grote teleurstelling van velen waren er geen rechtstreekse televisie-uitzendingen om dat de camera die daarvoor bedoeld was per ongeluk op de zon werd gericht en daardoor onherstelbaar beschadigd raakte. De astronauten bleven tijdens twee wandelingen 7 uur en 46 minuten buiten de maanlander. Zij waren vlakbij de Surveyor-3 geland. De Surveyor-3 was een onbemande sonde. Ze namen een paar onderdelen van de Surveyor-3 mee naar de aarde, daar bleek dat een bacterie het verblijf op de maan al die tijd had overleefd.
Apollo 13
Op 7 april werd de Apollo-13 gelanceerd om 13:13 plaatselijke tijd. De drie astronauten van de Apollo-13 heetten James Lovell, Jack Swigert en Fred Haise. Eigenlijk zouden Charlie Duke en Ken Mattingly meegaan, maar Charlie kreeg de mazelen en Ken had ze nog nooit gehad en zou dus ziek kunnen worden. Beide astronauten gingen mee met de Apollo-16. Toen ze vijf en een halve minuut onderweg waren voelden de astronauten opeens een schok. Snel begonnen ze alle metertjes te controleren en toen bleek dat de belangrijkste motor was uitgevallen. Gelukkig konden de andere motoren het werk overnemen. Even later begon een live tv-uitzending. De astronauten lieten zien hoe ze in de ruimte werken. Na een tijdje nam een van de astronauten afscheid van de kijkers en zei: "We gaan nu een rustige avond tegemoed." Negen minuten later hoorden de astronauten een explosie. Het was een van de zuurstoftanks. Meteen viel ook de elektriciteit, het licht en de water toevoer uit. Op dat moment was de Apollo 300.000 kilometer van de aarde verwijderd. Jack Swigert nam contact op met de thuisbasis en zei: "Houston, we have a problem." Dat betekend, "Houston, we hebben een probleem." Anderhalf uur na de explosie zei Houston: "Het wordt tijd om in de reddingsboot te stappen." Door al de problemen was het ruimteschip van zijn koers geraakt en in Houston waren allerlei mensen als een waanzinnige aan het rekenen welke koers de astronauten moesten hebben om weer op aarde te komen. De brandstof was ook een probleem, was er nog wel genoeg om terug te gaan? Maar er was vooral een gebrek aan water dat nodig is om te zorgen dat de machines niet oververhit raken. Daarom dronken de bemanningsleden zo min mogelijk, terwijl ze wachtten tot de thuisbasis alle berekeningen heeft gemaakt. In Houston werden wonderen verricht, programma's die anders in drie maanden worden ontwikkeld, zijn nu in drie dagen klaar. De hele wereld hield zijn adem in zal het lukken om de drie astronauten weer op aarde te krijgen? Maar het lukt bijna 5 dagen en 23 uur na de lancering plonzen de restanten van het ruimteschip in de Stille Oceaan. De astronauten hadden het overleefd.
Apollo 14
De lancering van de Apollo-14 verliep na een vertraging van 40 minuten, naar wens. De koppeling van de Apollo-capsule met de maanlander mislukte vijf keer, maar slaagde bij de zesde keer. De thuisbasis ontving na de vage beelden van de Apollo-11 en de mislukking van de Apollo-12 uitzendingen, zeer goede kleurenbeelden van de maan. De maanwandelingen duurden 9 uur en 23 minuten.
Apollo 15
In de Apollo-15 ging voor het eerst een maanauto mee. De astronauten waren hierdoor in staat de hele omgeving vanaf de voet van een bepaald gebergte tot aan de rand van het Hadley-ravijn te verkennen. Ze legden bijna 28 kilometer op de maan af en bevonden zich 18 uur en 35 minuten buiten de maanlander. De televisie kijkers zagen nu beelden van een camera die op de maanauto zat. Bij de landing op aarde klapte één van de drie hoofd parachutes in elkaar, de astronauten landden wel ongedeerd maar met een harde klap op aarde.
Apollo 16
De Apollo-16 werd gelanceerd op 16 april 1972. Hiermee vlogen de astronauten John Young (vloog ook met de Apollo-10), Ken Mattingly en Charlie Duke naar de maan. Alles liep zoals gepland.
Apollo 17
Met de vlucht van de Apollo-17 werd het Apollo-project afgesloten. De lancering vond plaats op 7 december 1972. Ze namen 115 kilogram bodemmonsters mee en legden met hun maanauto 35,8 kilometer af. Eén van de drie astronauten was geoloog. En deed onderzoek op de maan. Toen ze weer opstegen van de maan werd er een plaat zichtbaar gemaakt waar de Apollo-missies mee herdacht werden.
Maak jouw eigen website met JouwWeb